Krullend haar - Hoe bepaal jij je haareigenschappen - CG Curls Krullend haar - Hoe bepaal jij je haareigenschappen - CG Curls

Krullend haar - Hoe bepaal jij je haareigenschappen

Niet je krultype (2a t/m 4c), maar de eigenschappen van je haar bepalen wat je nodig hebt.

De porositeit van je haar, de dikte van je haren en je haar-densiteit zijn de belangrijkste eigenschappen om te bepalen welke producten bij jouw krullen passen.

Deze kenmerken geven richting, maar onthoud: wat bij de één perfect werkt, hoeft bij de ander niet hetzelfde resultaat te geven – zelfs niet met dezelfde haareigenschappen.

Dat verschil kan komen door factoren zoals:

  • of je op nat of vochtig haar stylt
  • hoeveel product je gebruikt
  • of je producten in lagen aanbrengt
  • hoe lang je het product laat inwerken

👉 Daarom is het belangrijk om te blijven testen en tweaken. Gooi een product niet meteen weg als het na één keer gebruiken niet bevalt – kleine aanpassingen in je routine kunnen een wereld van verschil maken.

 1. Hoe weet ik mijn porositeit?

Laag poreus:

  • Water blijft op je haar liggen
  • Duurt lang voordat het nat wordt
  • Producten blijven ‘bovenop’ je haar zitten
  • Haar voelt vaak glad aan

⚠️ Let op: Laag poreus haar wordt vaak omschreven als haar dat van nature gezond is, zonder schade van bijvoorbeeld chemische behandelingen, hitte of veelvuldig zonlicht. Dit haartype heeft een gesloten schubbenlaag, waardoor vocht en producten moeilijk kunnen binnendringen – maar ook niet snel ontsnappen. Daardoor blijft het lang gehydrateerd, mits het lukt om het vocht erin te krijgen.

📌 In de praktijk komt écht laag poreus haar weinig voor. Zelfs zonder verven of föhnen kan dagelijkse blootstelling aan zon, wrijving tijdens het slapen of borstelen al kleine schade aanrichten. Daardoor valt het merendeel van de mensen eigenlijk onder medium tot hoog poreus haar.

________________________________________________________________________________________________

Medium poreus:

  • Neemt vocht goed op
  • Droogt in normale tijd
  • Producten trekken redelijk goed in

________________________________________________________________________________________________

Hoog poreus:

  • Haar zuigt water snel op, maar verliest het ook snel
  • Droogt heel snel
  • Is gevoelig voor pluis en weersinvloeden
  • Vaak beschadigd of gekleurd

2. Hoe weet ik mijn haardikte?

Fijn haar:

  • Voelt bijna als draadloos
  • Breekt snel
  • Zakt makkelijk uit model
  • Weinig volume

Medium haar:

  • Voelt ‘normaal’, niet dik of fijn
  • Houdt redelijke definitie en volume

Dik haar:

  • Voelt stroef of grof
  • Veel volume en vaak droog
  • Wordt snel ‘poofy’ zonder juiste verzorging

3. Bepalen van je haar-densiteit

Densiteit gaat over hoeveel haren je op je hoofd hebt – niet over hoe dik een haarstreng is. Het zegt iets over de volheid van je haar en is belangrijk bij het bepalen hoeveel product je nodig hebt en hoe je het verdeelt.

Zo bepaal je het:

  • Lage densiteit: Je ziet makkelijk je hoofdhuid, zelfs zonder je haar te scheiden
  • Gemiddelde densiteit: Je ziet je hoofdhuid alleen bij het splitsen van het haar
  • Hoge densiteit: Je ziet nauwelijks je hoofdhuid, zelfs niet bij een scheiding

Visuele check (droog haar)

→ Trek een scheiding in je haar:

  • Zie je veel hoofdhuid? → Lage densiteit
  • Zie je een beetje hoofdhuid? → Gemiddelde densiteit
  • Zie je nauwelijks hoofdhuid? → Hoge densiteit

2. Staarttest (optioneel bij lang haar)

→ Bind al je haar in een strakke lage paardenstaart en meet de omtrek:

    • Minder dan 5 cm: lage densiteit
    • 5–10 cm: gemiddelde densiteit
    • Meer dan 10 cm: hoge densiteit

💡 Waarom is dit belangrijk?

De combinatie van haardikte (fijn, normaal, dik) en densiteit (laag, gemiddeld, hoog) bepaalt hoeveel product je haar aankan én hoe je het moet aanbrengen.


🔹 Fijn haar + lage densiteit

  • Je hebt weinig haar, en de haren zelf zijn dun
  • Resultaat: haar wordt snel vet of slap, volumeverlies ligt op de loer
  • Gebruik luchtige producten in kleine hoeveelheden
  • ⚠️ Vermijd zware crèmes, oliën en maskers
  • ✔️ Werkt goed met sprays, lichte gels of lichte leave-ins

🔹 Fijn haar + gemiddelde/hoge densiteit

  • Dunne haren, maar meer haar op je hoofd
  • Resultaat: kan meer product verdragen dan je denkt
  • Werk in laagjes: lichte leave-in + gel of crème
  • ✔️ Styling met soft gels, milk of lichte cream is meestal voldoende

🔹 Normaal haar + lage densiteit

  • Normale dikte per haarstreng, maar niet veel haar
  • Resultaat: snel pluis bij overbelasting, volumeverlies bij buildup
  • Breng product zorgvuldig aan in dunne secties
  • ✔️ Gebruik medium texturen, geen dikke boters of pure oliën

🔹 Normaal haar + gemiddelde/hoge densiteit

  • Gebalanceerd haar dat goed reageert op de meeste producten
  • Meest veelzijdig, maar let op proteïnebehoefte bij kleur of schade
  • ✔️ Combineer leave-in, cream en gel zonder risico op verzwaarde lokken

🔹 Dik haar + lage densiteit

  • Weinig haar, maar elke haarstreng is dik en stug
  • Resultaat: snel droog en pluizig, moeilijk in model te houden
  • Focus op vocht, sealing en gladheid
  • ✔️ Gebruik voedende crèmes of sealing oils – in kleine hoeveelheden

🔹 Dik haar + gemiddelde/hoge densiteit

  • Vol en dik haar, veel haarmassa
  • Resultaat: vraagt om stevige stylers, sealing en hold
  • Gebruik all-in-one creams, gels met strong hold en sealing oils
  • ✔️ Ideaal haartype voor gelaagde CG-routines (cream + gel + oil)

Samengevat:
Zelfs als jij en iemand anders “fijn haar” hebben, betekent verschil in densiteit dat je totaal andere producten nodig hebt. Door ook naar je dichtheid te kijken, voorkom je dat je haar wordt verzwaard, gaat plakken of juist droog en pluizig blijft.

________________________________________________________________________________________________

🧩 Nu je weet wat je haartype is…

Kun je eenvoudig de juiste producten kiezen die passen bij jouw krullen. 

Geen eindeloze quizvragen, maar direct duidelijkheid.

Klik hier om naar de Keuzehulp te gaan.

Back to top